Banken zeggen steeds vaker een klantrelatie op vanwege vermoedens van fraude, witwassen of het financieren van terroristische organisaties. Neemt de bank hierbij echter wel voldoende de zorgplicht richting de klant in acht?
Financiële instellingen pogen de laatste jaren veelvuldig te voorkomen dat zij betrokken raken bij overtredingen van wet- en regelgeving. Een bank is namelijk onderworpen aan vergaande wetgeving en daarmee gepaard gaande verplichtingen jegens de overheid c.q. toezichthouders. In dat kader heeft een bank een belang bij het niet geassocieerd worden met verschillende strafbare feiten.
Het ontoereikende beleid van bijvoorbeeld banken om witwassen, fraude en terrorismefinanciering te voorkomen is de afgelopen jaren veelvuldig aan de kaak gesteld in de pers. In toenemende mate zeggen banken derhalve klantenrelaties op met (rechts)personen wegens vermoedens van fraude, witwassen of het financieren van terroristische organisaties. Het voorgaande gaat samen met verstrekkende gevolgen voor de betreffende (rechts)personen.
Op het moment dat een bank een relatie wenst op te zeggen dan kan zij dit in beginsel vorm geven op basis van een contractueel vastgelegde bevoegdheid. Deze bevoegdheid ligt verankerd in de Algemene Bankvoorwaarden. De Algemene Bankvoorwaarden zijn opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken en zijn van toepassing op de producten die worden verleend door banken in Nederland. De bank heeft echter ook een zorgplicht op grond van de Algemene Bankvoorwaarden.
Onderhavige zorgplicht brengt mee dat een bank de belangen van een klant in acht dient te nemen met betrekking tot de afweging om een relatie op te zeggen dan wel te beëindigen. Kort gezegd, beheerst de bancaire zorgplicht de opzegging. Inzake het opzeggen van bancaire relaties wordt de zorgplicht gewaarborgd door middel van een aantal eisen. Enerzijds, de eis van subsidiariteit. De eis van subsidiariteit houdt in dat een bank enkel mag opzeggen als geen andere c.q. minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn. Anderzijds, de eis van proportionaliteit. De eis van proportionaliteit houdt in dat het beëindigen van een krediet de belangen van een klant niet te zeer mag schaden.
Daarnaast dient de opzegging van de relatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar te zijn. Om de onaanvaardbaarheid inzake een opzegging te bepalen zijn de specifieke omstandigheden van het geval van belang c.q. doorslaggevend. Uit verschillende rechterlijke uitspraken blijkt dat de rechterlijke macht veel gewicht toekent aan de vraag of een klant ná opzegging dan wel beëindiging van de bankrelatie nog wel toegang behoudt tot een (andere) girale betaalrekening. Rechters zien toegang tot een girale bankrekening als een belangrijke voorwaarde om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Heeft u te maken met een onterechte opzegging van de klantrelatie van de bank? De advocaten van Sijben & Partners Advocaten helpen u graag. De bancaire zorgplicht betreft een onderwerp waar ons kantoor bekend mee is. U kunt altijd vrijblijvend contact opnemen met onze advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.