Het handelsnaamrecht is in Nederland gecodificeerd in de Handelsnaamwet. Onder handelsnaam verstaat deze wet “de naam waaronder een onderneming wordt gedreven”. Het handelsnaamrecht heeft, net als het merkenrecht, betrekking op onderscheidingstekens. In het merkenrecht gaat het om de onderscheiding van de producten of diensten afkomstig van een onderneming, in het handelsnaamrecht om de naam van de onderneming. Anders dan een merk, dat moet worden ingeschreven wil het een merkrecht verkrijgen, vereist het handelsnaamrecht geen registratie van de handelsnaam: zodra en zolang een handelsnaam wordt gevoerd en bij het publiek bekend raakt, bestaat het handelsnaamrecht.
De Handelsnaamwet is relatief beknopte wetgeving, de Handelsnaamwet bestaat uit een elftal bepalingen. Toch is er veel geprocedeerd onder de Handelsnaamwet en dan met name over het verbod van artikel 5 Handelsnaamwet, de kern van de regeling. Het is namelijk verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Aard van de onderneming en plaats van vestiging zijn de referentiekaders bij de vraag of twee handelsnamen verwarring teweegbrengen bij het publiek. Want net als bij het merkenrecht staat het voorkomen van verwarring ook in het handelsnaamrecht centraal.
Omdat de bescherming vanuit het handelsnaamrecht regio gebonden is (het criterium van de plaats van vestiging) zal café De Poort in Maastricht niet snel kunnen optreden tegen de handelsnaam café de Poort in Groningen. Accountantskantoor Janssen, die zijn handelsnaam eerder voerde, zal waarschijnlijk met succes kunnen optreden tegen de handelsnaam van plaatsgenoot Administratiekantoor Jansen. Pleitbaar is dat de aard van beide ondernemingen identiek is. En dat is een argument om verwarringsgevaar aanwezig te achten. Gaat het nu om Advocatenkantoor Janssen te Maastricht die wil opkomen tegen het gebruik van de handelsnaam Administratiekantoor Jansen in eveneens Maastricht, dan ligt het toch weer anders. Aangezien de aard van beide ondernemingen anders is, ligt verwarringsgevaar dan minder snel voor de hand. Met plaats van vestiging wordt niet uitsluitend bedoeld de plaats waar de onderneming statutair gevestigd is of fysiek kantoor houdt. Het begrip “plaats van vestiging” is ruimer, het gaat om het gebied waarin de onderneming actief is.
Tot slot. Bij het bedenken van een handelsnaam is het geen overbodige luxe om te onderzoeken of het voeren van die handelsnaam niet in conflict komt met een bestaand merkenrecht. Zie hierover ook mijn vorige blog.
Wilt u meer weten over het handelsnaamrecht, IE-rechten of andere aspecten van het Intellectuele Eigendom, neemt u dan contact op met ons advocatenkantoor te Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via +31 45 560 22 00. Ook kunt u contact opnemen met Milan Gaber, gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht. Hij staat u graag te woord omtrent dit rechtsgebied.