Gebruik drugs tijdens werktijd

Gebruik drugs tijdens werktijd

De rechtbank Rotterdam heeft op 28 januari 2022 geoordeeld dat het ontslag op staande voet van een werknemer vanwege drugsgebruik rechtsgeldig is. De aanleiding hiertoe was het roken van een joint onder werktijd én in de bedrijfsbus van werkgever. De werkgever heeft door middel van een getuigenverhoor kunnen aantonen dat de werknemer in de bedrijfsbus een joint gedraaid en helemaal opgerookt heeft. Aan de verklaring van werknemer dat hij geen joint heeft gerookt wordt volledig voorbijgegaan. De door werknemer verzochte billijke vergoeding en transitievergoeding worden afgewezen.

Werknemer is op 28 april 2021 geschorst vanwege het vermoeden van drugsgebruik onder werktijd. De twee dagen daaropvolgend heeft werkgever onderzoek gedaan naar het vermoeden van drugsgebruik door werknemer. Er heeft tevens een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en werkgever. Het vermoeden werd bevestigd door meerdere collega’s waardoor werkgever werknemer op 30 april 2021 op staande voet heeft ontslagen. Werknemer was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter met het verzoek aan hem een billijke vergoeding en een transitievergoeding toe te kennen. Werknemer ontkende dat hij een joint gerookt heeft. Hij zou enkel en alleen een sigaret hebben gerookt.

Werkgever heeft uitvoerig verweer gevoerd en zich beroepen op het Sanctiebeleid van werkgever, alsmede de Werkwijzer. Beide zijn op de arbeidsovereenkomst tussen partijen van toepassing. In deze beleidsregels van werkgever zijn artikelen opgenomen omtrent het drugsgebruik tijdens werktijd. Werkgever hanteert een zerotolerancebeleid als het gaat om drugs.

De rechter was in eerste instantie van mening dat de werkgever onvoldoende had aangetoond dan wel bewezen dat werknemer een joint gerookt heeft tijdens werktijd in de bedrijfsbus. De werkgever werd door de rechter in de gelegenheid gesteld dit bewijs alsnog te leveren. Dit deed de werkgever middels het horen van vijf getuigen, zijnde collega’s van werknemer. Werknemer was van mening dat werkgever de getuigen middels een etentje zou hebben bedankt voor het afleggen van belastende getuigenverklaringen jegens de werknemer. De rechter gaat hier echter aan voorbij en oordeelt dat de werkgever geslaagd is in het leveren van bewijs dat werknemer tijdens werktijd een joint gerookt heeft. En dit levert in de ogen van de rechter een dringende rechten op voor ontslag op staande voet.

Het roken van een joint tijdens werktijd is uit den boze. Uit onderhavige uitspraak blijkt wel de noodzaak tot het voldoende onderbouwen van alcohol- en/of drugsgebruik van een werknemer. Het ontslag op staande voet is immers een ingrijpende maatregel.

Heeft u arbeidsrechtelijke vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact met onze gespecialiseerde advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045-560 22 00.