Een zoektocht naar ontbrekende dossiers leidt tot een persoonlijke locker van een werkneemster, waarin een gesloten rechtbankenveloppe wordt aangetroffen. Een werkneemster heeft haar eigen echtscheidingsbeschikking vervalst en wordt op staande voet ontslagen.
Een werkneemster, die als juridisch administratief medewerkster in dienst is bij de rechtbank Amsterdam, is onder andere verantwoordelijk voor het opstellen en afhandelen van conceptuitspraken en beschikkingen, waaronder echtscheidingsbeschikkingen.
Wanneer de werkneemster een poos vanuit huis werkt en vervolgens de dossiers terugbrengt, blijkt dat er diverse dossiers ontbreken. De zoektocht naar de missende dossiers leidt tot de persoonlijke locker van de werkneemster, waarin een vervalste echtscheidingsbeschikking wordt aangetroffen. Deze vervalste beschikking is voorzien van fictieve handtekeningen en officiële rechtbankstempels.
Nadat er een feitenonderzoek wordt ingesteld om het vermoeden van ernstige integriteitsschending te onderzoeken, concludeert de rechtbank dat de werkneemster zich schuldig maakt aan een ernstige vorm van plichtsverzuim. De werkneemster wordt geconfronteerd en op staande voet ontslagen. Ze is het daar echter niet mee eens en besluit haar ontslag aan te vechten.
De werkneemster zou hebben gehandeld vanuit een opwelling. Ze wilde de vervalste documenten gebruiken om haar man te confronteren, maar heeft dit vervolgens nooit gedaan. De werkneemster verzoekt tot toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding ter hoogte van € 25.000 bruto. Volgens de werkneemster is deze enkele gedraging geen geldige reden voor een ontslag op staande voet.
De rechtbank weerspreekt dat het ontslag niet onverwijld gegeven is. Volgens de rechtbank is er voldoende voortvarend onderzoek verricht waarna er spoedig tot ontslag wordt overgegaan. De werkneemster schendt niet enkel haar bevoegdheden als medewerkster van de rechtbank, maar ook haar verplichtingen als ambtenaar. De rechtbank heeft conform het Protocol integriteitsschending gehandeld en is ervan overtuigd dat er sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
De kantonrechter dient te beoordelen of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend. Volgens artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is een ontslag slechts rechtsgeldig indien er sprake is van een dringende reden. Bij de beoordeling daarvan dient de kantonrechter alle omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen.
Omdat er meteen na de ontdekking een disciplinair feitenonderzoek is gelast en er in lijn met de verplichtingen uit het Protocol is gehandeld, is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag onverwijld gegeven is.
Ook het verweer dat de rechtbank door de handelswijze feitelijk niet is benadeeld gaat niet op. Nog daargelaten dat de gedraging tot reputatieschade van de rechtbank kan leiden, oordeelt de kantonrechter dat de gedraging van de werkneemster zonder meer gekwalificeerd kan worden als een dringende reden. Van belang is daarbij dat van de werkneemster als ambtenaar van de rechtbank hoge integriteitseisen mogen worden verwacht en het opmaken van valse beschikkingen derhalve strijdig is met de toepasselijke gedragscodes. De werkneemster heeeft geen aanspraak op een vergoeding en het ontslag op staande voet houdt stand.
Heeft u vragen of wilt u meer weten over het ontslagrecht? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.