Met het paasweekend in het vooruitzicht staat ons artikel deze week in het teken van een werknemer die eieren voor zijn geld kiest nadat hij de keuze krijgt tussen een ontslag op staande voet en het opzeggen van zijn arbeidsovereenkomst.
Tijdens een gesprek tussen werknemer en werkgever heeft de werknemer een brief ondertekend met daarin de volgende passage: “Hierbij zeg ik mijn arbeidscontract op per 31 oktober 2022. Graag wil ik jullie bedanken voor onze samenwerking”. Diezelfde dag, om 20:57 uur in de avond, heeft de werknemer een e-mail gestuurd waarin hij zijn eerdere verklaring intrekt. De werknemer geeft aan dat hij zich onder druk gezet voelde. De werkgever negeert deze e-mail en houdt vast aan de afgegeven verklaring.
De werknemer start een procedure waarin hij de kantonrechter verzoekt om vast te stellen dat zijn dienstverband niet is beëindigd. Volgens hem is er geen sprake van een opzegging zijnerzijds, althans deze is onder druk tot stand gekomen. De werknemer kreeg van de werkgever de keuze tussen ontslag op staande voet of het opzeggen van zijn arbeidsovereenkomst.
In de visie van de werkgever is de opzegging niet onder druk tot stand gekomen. De werkgever confronteerde de werknemer tijdens het gesprek met bevindingen omtrent nevenactiviteiten waarvan de werknemer wist dat deze ontoelaatbaar zijn. De werkgever heeft de werknemer vervolgens de keuze gegeven om zelf op te zeggen of hij zou op staande voet worden ontslagen. De werknemer heeft toen gekozen voor de opzegging.
De kantonrechter dient antwoord te geven op de vraag of de arbeidsovereenkomst is beëindigd onder invloed van een wilsgebrek. Door de kantonrechter wordt de stelling van de werknemer, dat hij zich onder druk gezet voelt, opgevat als een beroep op misbruik van omstandigheden.
Op grond van artikel 3:44 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek is er sprake van misbruik van omstandigheden wanneer iemand die weet of behoort te weten dat een ander door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, of het tot stand komen van een rechtshandeling bevordert. Van belang is daarbij dat degene die zich beroept op dit artikel dient aan te tonen dat het misbruik van omstandigheden heeft geleid tot de totstandkoming van de rechtshandeling.
Hoewel een vergelijkbare situatie wel tot misbruik van omstandigheden zou kunnen leiden, oordeelt de kantonrechter in dit geval dat de werknemer niet heeft voldaan aan zijn stelplicht. Door de werknemer wordt namelijk op geen enkele wijze onderbouwd waarom hij zich zodanig onder druk gezet voelde dat hij zich genoodzaakt zag de opzeggingsbrief te ondertekenen. Het verzoek van de werknemer wordt afgewezen en de opzegging blijft in stand.
Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaand artikel, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045-560 22 00. We staan u graag te woord en wensen u een fijn paasweekend!