Na een iets te gezellige kerstborrel van een transportonderneming kruipt een medewerker in beschonken toestand achter het stuur. Onderweg veroorzaakt hij een eenzijdig verkeersongeval. Ondanks dat het ongeval is veroorzaakt in de privétijd van de werknemer, wordt hij op staande voet ontslagen. Is het ontslag op staande voet terecht?
Een werknemer vervult al enkele jaren de functie van projectmedewerker binnen een transportbedrijf. In deze functie houdt de medewerker zich bezig met het instrueren van chauffeurs op het gebied van zuinig rijden en verantwoordelijk omgaan met trucks en trailers. Hij is daarbij onder andere verantwoordelijk voor de voorlichtingen omtrent het gebruik van alcohol in het verkeer.
Een week voor de kerstborrel sprak de betreffende medewerker met een planner van het bedrijf af om na de kerstborrel in één van de bedrijfstrucks te overnachten. De reden hiervoor was dat de werknemer na het personeelsfeest niet terug hoefde te rijden naar zijn woonplaats. Na afloop van de borrel besloot de werknemer echter toch om met zijn eigen auto naar huis te rijden. Om 02.00 uur is de werknemer in zijn eigen auto gestapt en weggereden van de feestlocatie. Onderweg veroorzaakte de werknemer een eenzijdig verkeersongeval. Een voorbijganger heeft de politie gealarmeerd. Na een alcoholtest werd de werknemer thuisgebracht met een alcoholpromillage van meer dan 2%. Zijn eigen auto bleek onherstelbaar beschadigd en hij kon zich niets meer herinneren van het voorval.
Op maandagochtend werd de werknemer ter verantwoording op kantoor geroepen en op staande voet ontslagen. In het kader van de uitdrukkelijke voorbeeldfunctie, wordt de werknemer het eenzijdige ongeval ernstig kwalijk genomen. De werkgever spreekt van een onherstelbare vertrouwensbreuk.
De werknemer is van mening dat geen sprake is van een dringende reden. Bij de kantonrechter verzoekt de werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van het achterstallige loon. Gelet op hetgeen zich heeft voorgedaan, wordt door de rechter vastgesteld dat de werknemer niet meer geloofwaardig wordt geacht in de uitoefening van zijn functie. Om als coach en trainer op het gebied van veilig rijgedrag geloofwaardig te zijn, dient de werknemer een goede reputatie te hebben. Dit voorval beschadigt echter zijn voorbeeldfunctie. Door de kantonrechter wordt geoordeeld dat er sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. Het gerechtshof bekrachtigt dit oordeel. De werknemer is terecht op staande voet ontslagen en heeft geen recht op eventuele vergoedingen.