Werknemer was sinds februari 2018 werkzaam bij werkgever als logistiek medewerker. Na een auto-ongeluk had hij zich in november 2022 ziekgemeld. Vervolgens werd hij in april 2024 – werknemer was destijds nog steeds ziek - op staande voet ontslagen, omdat hij zich volgens de werkgever niet aan zijn re-integratieverplichtingen had gehouden.
De werknemer verzoekt vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst, met daarbij de veroordeling aan de zijde van werkgever om hem toe te laten tot de werkvloer en tevens het salaris door te betalen. Voor zover dit niet wordt toegewezen, verzoekt hij om de werkgever te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding, transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. De werkgever stelt daartegenover dat alle verzoeken van de werknemer moeten worden afgewezen. Daarnaast verzoekt de werkgever, indien de opzegging wordt vernietigd, om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
Het re-integratietraject van werknemer verliep van meet af aan niet soepel. Aan het begin van de arbeidsongeschiktheid had de teamleider van werknemer moeite om contact met hem te krijgen. Zo nam hij vaak zijn telefoon niet op en verscheen hij niet bij de bedrijfsarts, ondanks dat hij hiervoor opgeroepen was.
In december 2023 is door werkgever het tweede spoortraject gestart. Dit houdt -kort samengevat - in dat werkgever en werknemer samen gaan kijken naar een baan bij een andere organisatie.
De werknemer voerde de opdrachten die hij in het tweede spoor kreeg niet uit. Hij stelt in de procedure dat deze opdrachten te belastend zouden zijn. De bedrijfsarts heeft echter in november 2023 geoordeeld dat van de werknemer in alle redelijkheid mocht worden verwacht dat hij deze opdrachten zou uitvoeren. De opdrachten, welke bestonden uit het opstellen van een cv en het voeren van netwerkgesprekken, waren niet veelomvattend en pasten volgens de bedrijfsarts binnen het traject van de werknemer.
De werkgever kondigde in februari 2024 een loonopschorting aan, indien hij zou blijven weigeren om de opdrachten uit te voeren. Werknemer heeft destijds laten weten dat hij zou blijven weigeren de opdrachten uit te voeren en dat werkgever hem ook niet meer hoefde te bellen hierover. Hiervoor werd geen reden aangegeven. Werkgever heeft vervolgens begin maart 2024 laten weten dat de loonstop was ingegaan, waarop werknemer diezelfde dag heeft laten weten dat hij geen contact meer wilde.
Medio maart 2024 heeft werkgever officiële waarschuwingen gestuurd, met daarin deadlines om alsnog gevolg te geven aan zijn re-integratieverplichtingen, welke hij in het kader van re-integratie in het tweede spoor had gekregen. Hij was tevens uitgenodigd voor een gesprek begin april 2024. Werknemer heeft nagelaten om hieraan gehoor te geven, zodat hij op 11 april 2024 op staande voet werd ontslagen. In de ontslagbrief werden onder meer als redenen genoemd de ongeoorloofde afwezigheid en onbereikbaarheid, het herhaaldelijk geen gehoor geven aan redelijke opdrachten en het niet nakomen van re-integratieverplichtingen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat van de werkgever niet redelijkerwijs kon worden gevraagd om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, gezien het gedrag van werknemer.
De rechtbank oordeelt daarom dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven en dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en nagelaten. Er is voldaan aan de wettelijke grondslag voor een ontslag op staande voet, zodat het ontslag niet wordt vernietigd door de rechtbank.
De werkgever had een dringende reden voor het ontslag, namelijk dat de werknemer zijn re-integratieverplichtingen heeft geschonden en zich onbereikbaar heeft gehouden. De werknemer heeft meermaals geen gehoor gegeven aan de opdrachten die hij diende uit te voeren in het kader van zijn re-integratie in het tweede spoor. Daarnaast verscheen hij niet op werk en bij de bedrijfsarts. Naast dat hij contact weigerde met zijn teamleider bij de werkgever, weigerde hij tevens contact met de begeleider in het tweede spoor. Hij is zijn verplichtingen consequent niet nagekomen.
De werknemer wordt in zijn geheel in het ongelijk gesteld en daarmee worden zijn bovengenoemde verzoeken afgewezen.
Heeft u vragen of wilt u meer weten over een ontslag op staande voet? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.