De arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever wordt ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding die naar oordeel van de kantonrechter te wijten is aan het handelen van werkgever. De werknemer ontvangt, naast de transitievergoeding, een billijke vergoeding ter hoogte van € 45.000,- bruto.
De werknemer is op 1 oktober 1995 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) werkgever. Bij brief van 17 januari 2022 bericht werkgever werknemer plots dat werkgever niet tevreden is over het functioneren van werknemer en stelt voor om het dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen. Voor werknemer kwam deze brief als een donderslag bij heldere hemel en werknemer besloot om niet in te gaan op het voorstel van werkgever. Nu partijen ook in een later stadium niet nader tot elkaar zijn gekomen, heeft werkgever een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de kantonrechter.
De werkgever stelt zich op het standpunt dat sprake is van een ernstige en duurzame verstoorde arbeidsverhouding die zodanig is dat van de werkgever niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is gebleken dat inmiddels sprake is van een duurzame verstoorde arbeidsverhouding. Volgens werkgever is een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk en ook een mediation – op initiatief van werknemer – heeft niet tot een oplossing geleid. Werkgever heeft ter zitting ook meermaals te kennen gegeven dat een terugkeer op de werkvloer is uitgesloten. De werknemer wilde wel terugkeren op de werkvloer, maar erkende ook dat sprake is van een doodlopende weg.
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vervolgens op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Naast de transitievergoeding ter hoogte van bijna € 50.000,- kent de kantonrechter eveneens een billijke vergoeding van € 45.000,- toe aan werknemer. Naar oordeel van de kantonrechter is de ontbinding van de arbeidsovereenkomst namelijk het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen zijdens werkgever. De kantonrechter overwoog dat de verstoorde arbeidsverhouding is te wijten aan het handelen van werkgever. De verwijten aan het adres van werknemer kwamen uit de lucht vallen en het had op de weg van werkgever gelegen om constructieve gesprekken met werknemer te voeren om de situatie te verbeteren. Daarnaast is de mediation ook te laat – namelijk nadat werkgever aanstuurde op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst - gestart in de visie van de kantonrechter. Dit alles brengt met zich mee dat werkgever een ernstig verwijt wordt gemaakt.
Ten aanzien van de hoogte van de billijke vergoeding is de kantonrechter er vanuit gegaan dat de werknemer nog 2,5 in dienst bij werkgever zou zijn geweest indien werkgever de verstoorde arbeidsverhouding niet had veroorzaakt. Voorts heeft de kantonrechter rekening gehouden met de WW-uitkering die werknemer gedurende twee jaar zal ontvangen, evenals de toegekende transitievergoeding.
Heeft u vragen omtrent de toekenning van een ontslagvergoeding of het handelen als een goed werkgever? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten arbeidsrecht via info@sijbenpartners.nl
28 september en 29 september a.s. verzorgen wij lezingen betreffende actualiteiten ontslag. Wenst u hieraan deel te nemen? Klik dan hier https://www.sijbenpartners.nl/academy om u vrijblijvend aan te melden.