‘Na twee jaren op een leerzame manier te hebben gewerkt, is het vanwege diverse redenen voor mij nu tijd om een andere uitdaging aan te gaan.’
Een werkneemster zegt haar arbeidsovereenkomst per e-mail op, maar besluit hier zes dagen later op terug te komen. Hoe zit het ook alweer met de ondubbelzinnige opzegging?
Na twee jaar als locatiemanager te hebben gewerkt op een kinderdagverblijf besluit een werkneemster haar arbeidsovereenkomst op te zeggen. Op 20 maart 2024 verstuurt ze een uitgebreide e-mail met als onderwerp ‘beëindigen dienstverband’.
De werkneemster geeft onder andere aan dat ze moeite heeft met de methodiek binnen de organisatie en dat ze werkzaam wil zijn in een minder brede branche. Ook vraagt ze naar de mogelijkheden rondom haar opzegtermijn in verband met haar zoektocht naar een andere baan. Middels een whatsappbericht antwoordt de werkgever dat de opzegging de volgende dag inhoudelijk zal worden besproken.
Op 26 maart 2024 schrijft de werkneemster per e-mail dat ze haar beëindiging wenst te herroepen. Ze zou in het gesprek zijn geïnformeerd over nieuwe ontwikkelingen binnen het bedrijf waardoor ze toch wil blijven. Tevens heeft ze geen schriftelijke bevestiging van de beëindiging ontvangen. Diezelfde dag bevestigt de werkgever het einde van het dienstverband van de werkneemster per 1 juni 2024 per brief.
De werkneemster stelt zich op het standpunt dat ze na 1 juni 2024 nog in dienst is. Volgens de werkgever bestaat er echter geen aanleiding tot werkhervatting of loondoorbetaling. Er is sprake van een weloverwogen opzegging en de werkneemster heeft al eerder aangegeven dat ze niet op haar plek zat.
Het gaat hier om de vraag of de e-mail van de werkneemster van 20 maart 2024 kan worden aangemerkt als een opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Gelet op de verstrekkende gevolgen die het beëindigen van het dienstverband voor de werkneemster kan hebben, zoals het mogelijk verlies van aanspraak op een WW-uitkering, is het vaste rechtspraak dat een werkneemster slechts aan de ontslagneming kan worden gehouden indien er sprake is van een ondubbelzinnige, op beëindiging gerichte, wilsverklaring.
Tezamen met de werkgever is de kantonrechter van oordeel dat de werkneemster met haar e-mailbericht duidelijk en ondubbelzinnig heeft verklaard haar dienstverband te willen opzeggen per 1 juni 2024. Naast de onderwerpregel is de tekst van de e-mail helder en niet voor meerdere interpretaties vatbaar. Bovendien spreekt de werkneemster niet alleen over een duidelijke datum van beëindiging, maar gaat ze ook uitgebreid in op de redenen voor de opzegging.
Naar oordeel van de kantonrechter is er geen aanleiding om aan te nemen dat werkgever de e-mail niet heeft mogen opvatten als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster heeft haar opzegging willen herroepen, maar nu de opzegging een eenzijdige rechtshandeling betreft en er geen bijzondere omstandigheden aan de orde zijn, is dit niet mogelijk.
Heeft u vragen of wilt u meer weten over de ondubbelzinnige opzegging van de arbeidsovereenkomst? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.