Volgens de werkgever in deze kwestie overtreedt de werknemer het relatiebeding als hij in dienst zal treden bij een voormalige relatie van de werkgever. De kantonrechter oordeelt daar anders over.
Werknemer is op 1 mei 2017 in dienst getreden als ‘Product Director’ bij een marketing adviesbureau in de fitnessbranche. In de arbeidsovereenkomst zijn partijen een relatiebeding overeengekomen.
In april 2022 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst met het marketing adviesbureau opgezegd tegen 1 juni 2022. Hij wenst vervolgens in dienst te treden bij een andere werkgever in de fitnessbranche. De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer het relatiebeding schendt als hij bij de andere werkgever in de fitnessbranche in dienst treedt en in dat geval de contractuele boete is verschuldigd. Volgens de voormalige werkgever gaat de werknemer namelijk potentieel concurrerende werkzaamheden verrichten bij een bestaande relatie, waardoor deze zich daadwerkelijk kan ontwikkelen tot concurrent.
Naar oordeel van de kantonrechter moet het relatiebeding worden uitgelegd op basis van de taalkundige betekenis daarvan en hoe partijen die redelijkerwijs hebben mogen opvatten. Het beding is namelijk eenzijdig door de werkgever opgesteld en partijen hebben over de totstandkoming van het beding niet met elkaar gesproken over de betekenis die daaraan moet worden toegekend.
Volgens de tekst van het relatiebeding is het de werknemer verboden om activiteiten voor en/of contact te maken met relaties zoals bekend in de ‘relation database’ en ‘in the social media Employer’. De kantonrechter overweegt dat het beding enkel een relatiebeding betreft en geen concurrentiebeding.
De voormalige werkgever stelt zich op het standpunt dat dat de nieuwe werkgever een bestaande relatie van haar is, maar dat standpunt heeft zij niet aannemelijk gemaakt. De vraag die hierna resteert is of de werknemer het relatiebeding overtreedt als hij bij een voormalige relatie in dienst treedt. Naar oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval. De voormalige werkgever heeft al drie jaar geen zaken meer gedaan met deze relatie uit het verleden. In dat verband geldt dat het onvoldoende aannemelijk is gemaakt waarom de voormalige werkgever nog langer beschermd moet worden tegen de activiteiten van de werknemer bij de relatie uit het verleden. Bovendien overweegt de kantonrechter dat het relatiebeding onredelijk breed is geformuleerd en dat de werknemer daardoor onbillijk wordt benadeeld in het licht van de vrijheid van arbeidskeuze waarop hij aanspraak kan maken.
Naar oordeel van de kantonrechter is dan ook geen sprake van een schending van het relatiebeding als de werknemer in dienst zal treden bij de andere werkgever in de fitnessbranche.
Heeft u vragen over een relatiebeding of een concurrentiebeding, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045-560 22 00.