Op oudejaarsavond neemt een werknemer tijdens zijn nachtdienst een fles champagne mee en drinkt hiervan met collega’s. Als de werkgever om uitleg vraagt, antwoordt de werknemer: “Ja (…) nou nee, wacht even, laat ik het zo zeggen, ik heb een fles naar binnen genomen wat geen alcohol was… Sorry, wat geen champagne was maar een heel licht mousserende wijn. Van 0.6 ...van 6% (…)”. De werknemer wordt vervolgens ontslagen.
Een werknemer, die ruim tien jaar werkzaam is als complexbeveiliger bij een Penitentiaire Inrichting (PI), wordt ontslagen wegens het mee smokkelen van een fles champagne tijdens de nachtdienst van oudejaarsavond. Uit deze fles wordt tijdens diensttijd ook gedronken. Wanneer de werknemer wordt gevraagd naar zijn verhaal, laat hij een vergelijkbare fles van 0.0% alcohol zien die “toevallig” in zijn kofferbak ligt. De werknemer wordt verweten dat hij zich schuldig maakt aan ernstig plichtsverzuim door het meenemen van alcohol binnen de inrichting, het nuttigen van alcohol tijdens zijn dienst en het meermaals ontkennen van de aanwezigheid van alcohol. Hij heeft het vertrouwen van de PI ernstig geschaad.
Aan de werknemer wordt met onmiddellijke ingang een disciplinaire straf opgelegd, inhoudende een onvoorwaardelijk ontslag (destijds was het ambtenarenrecht van toepassing op deze werknemer). Nadat het bezwaar van de werknemer ongegrond wordt verklaard, stelt de werknemer beroep in tegen het bestreden besluit. Hij meent namelijk dat zijn gedraging niet kan worden gekwalificeerd als ernstig plichtsverzuim.
De rechtbank houdt het onvoorwaardelijk ontslag in stand. De verweten gedragingen worden als ernstig aangemerkt en het nuttigen van alcohol tijdens werktijd is een algemeen verbod. Voorts is van belang dat aan een complexbeveiliger, gelet op de aard en het karakter van de voorbeeldfunctie, hoge eisen mogen worden gesteld wat betreft betrouwbaarheid en integriteit. Door het meermaals afleggen van een onjuiste verklaring en het liegen over hetgeen exact heeft plaatsgevonden tijdens oudejaarsavond, heeft de werknemer het vertrouwen, dat de werkgever in hem moet kunnen stellen, zeer beschaamd.
Het beroep wordt ongegrond verklaard en het bestreden besluit houdt in rechte stand. De werknemer keert niet terug in zijn oude functie en zal moeten proosten op een onvoorwaardelijk ontslag. Cheers!