Een bestuurder uit Alphen aan de Rijn leek het een verstandig idee een kerstboom te vervoeren op de treeplank van zijn scooter. De agenten dachten daar echter anders over en hielden hem aan. Een dag voor kerst werd de bestuurder verrast met een boete van € 160,00. Hij was het hier niet mee eens en legde de kwestie uiteindelijk voor aan de rechtbank en het gerechtshof. Lees hier het oordeel van de rechtbank en het gerechtshof.
Op 23 december 2016 werd een scooterrijder aangehouden wegens het vervoeren van een kerstboom op de treeplank. Het was een kleine boom die rechtop werd vervoerd. Naar mening van de bestuurder was de scooter een geschikt vervoersmiddel voor de boom en hield hij zich aan de wettelijke eisen. Volgens de betreffende agenten bevond de kerstboom zich voor het gezicht van de bestuurder en had hij door de boom moeite met manoeuvreren. Voor hen was er voldoende aanleiding voor het uitschrijven van een boete ter hoogte van € 160,00. De bestuurder was het hier niet mee eens en stapte uiteindelijk naar de rechter.
Volgens de agenten maakte de bestuurder zich schuldig aan een overtreding van de wet. Specifiek overtrad hij naar mening van de agenten artikel 5.18.3. van de Regeling voertuigen. Hierin is neergelegd dat een bestuurder bij het besturen van een voertuig niet door passagiers, lading of op andere wijze mag worden gehinderd. Ondanks dat het om een kleine kerstboom ging, waren de agenten van mening dat de boom hinder veroorzaakte bij het besturen van het voertuig. De bestuurder creëerde daarmee een onveilige situatie voor zichzelf en andere verkeersdeelnemers.
Om zijn gelijk te halen voerde de bestuurder aan dat het in de wet niet verboden wordt een lading te vervoeren op de treeplank van een scooter. Verder benoemde hij dat zijn zicht niet werd gehinderd en dat er geen sprake was van stuurbelemmering. De bestuurder voerde aan altijd alert te zijn op zaken die zijn veiligheid in gevaar kunnen brengen en staat de sanctie niet in verhouding tot het vergrijp. De rechter dient een antwoord te geven op de vraag of er sprake is van zodanige omstandigheden waardoor de sanctie voor de verrichte handeling dient te worden gematigd of kwijtgescholden.
Naar oordeel van de rechtbank is het niet expliciet verboden een lading te vervoeren op de treeplank van een scooter. Het enkele feit dat er geen regels bestaan omtrent het gebruiken van een treeplank betekent echter niet dat er geen sprake kan zijn van hinder. Gelet op het gevoerde verweer van de bestuurder zijn er voor de rechtbank geen doorslaggevende redenen om de opgelegde sanctie achterwege te laten of de boete te matigen. Het oordeel van de rechtbank wordt door het gerechtshof gevolgd en het beroep van de bestuurder wordt ongegrond verklaard. De bestuurder maakt zich schuldig aan een overtreding van de wet. Er werd een gevaarlijke situatie gecreëerd voor zowel de scooterrijder zelf als de andere verkeersdeelnemers waardoor de boete terecht gegeven is.