Een woordenwisseling tussen twee werknemers mondt uit in een serieuze vechtpartij. In de pauze wordt een werknemer met een werkschoen tegen zijn ribben geschopt en in zijn rug gestoken met een Stanleymes. Twee weken later doet de werknemer aangifte wegens zware mishandeling en probeert hij de geleden schade te verhalen op de werkgever, maar is dit wel mogelijk?
De werknemer in deze zaak is op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam in de functie van fabrieksmedewerker. Tijdens de pauze ontstond in de productieruimte van de fabriek een woordenwisseling tussen de werknemer en zijn leidinggevende over de verkoop van een auto. De werknemer had voor een bedrag van €1.200,- een auto gekocht van zijn leidinggevende. Nu de pas gekochte auto verbreken vertoonde, ontstond een discussie over het terugbetalen van (een deel) van het aankoopbedrag. De leidinggevende bood aan de auto te repareren tijdens de pauze, maar de werknemer wenste het totale aankoopbedrag terug te krijgen.
De woordenwisseling mondde uit in een behoorlijke vechtpartij, waarbij de werknemer door een directe collega met een werkschoen tegen zijn ribben werd geschopt. Vervolgens werd de werknemer, terwijl hij werd vastgehouden door zijn leidinggevende, door dezelfde collega in zijn rug gestoken met een Stanleymes.
Omdat de vechtpartij op de werkvloer heeft plaatsgevonden, probeert de werknemer de schade te verhalen op het bedrijf waar hij destijds werkzaam was. Ter onderbouwing van zijn vordering stelt de werknemer zich op het standpunt dat hij tijdens zijn werk door zijn leidinggevende en een collega zwaar werd mishandeld. Werknemer heeft ernstig letsel opgelopen en stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de geleden schade. Werkgever is van mening dat er geen sprake is van een functioneel verband tussen het voorval en het werk. De situatie duidt op een incident in de privésfeer. Volgens de werkgever is er daardoor geen sprake van een opdracht tot het verrichten van een bepaalde taak die de kans op het voorval heeft verhoogd.
Om risicoaansprakelijkheid op grond van de wet te doen intreden, is vereist dat er voldoende verband bestaat tussen de fout van de ondergeschikte en de aan hem opgedragen taak. Blijkens vaste rechtspraak wordt dat vereiste verband ruim geïnterpreteerd. Indien de opdracht tot het verrichten van werkzaamheden de kans op de fout vergroot, kan er in beginsel al worden voldaan aan de vereiste voorwaarden. Aan de hand van alle omstandigheden van het geval wordt dan onderzocht of er een zodanig verband bestaat waardoor de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld.
De kantonrechter gaat ervan uit dat de aanleiding voor de vechtpartij een privékwestie betreft. De kantonrechter is van oordeel dat de aard van de fout en het toegebrachte letsel geen verband houden met de aan werknemer opdragen werkzaamheden. Evenmin hebben de werkzaamheden de kans op mishandeling vergroot. Omdat de vechtpartij niets van doen had met de uitvoering van de werkzaamheden, was er op dat moment tevens geen sprake van een machtsverhouding tussen de leidinggevende en de werknemer. Volgens de kantonrechter bestaat in dit geval geen verband tussen het incident en de opgedragen werkzaamheden waardoor de vechtpartij niet kan worden aangemerkt als een arbeidsongeval.
Heeft u vragen met betrekking tot arbeidsongevallen neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.