De arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en werknemer kan worden beëindigd door middel van een vaststellingsovereenkomst. Een dergelijke overeenkomst wordt ook wel een beëindigingsovereenkomst genoemd.
In de vaststellingsovereenkomst komen werkgever en werknemer voorwaarden overeen op basis waarvan het dienstverband wordt beëindigd. Hierbij kan worden gedacht aan de einddatum van de arbeidsovereenkomst, een eventuele ontslagvergoeding, vrijstelling van werk, de juridische kosten en afspraken over de openstaande verlofdagen. Het staat partijen vrij om de voorwaarden overeen te komen die zij graag wensen.
Het sluiten van een vaststellingsovereenkomst heeft het voordeel dat dit tijd en geld kan besparen voor zowel de werkgever als de werknemer. Partijen hoeven immers niet naar het UWV of de kantonrechter om de beëindiging van het dienstverband te bewerkstelligen.
Het is raadzaam om een vaststellingsovereenkomst op te laten maken door een deskundige dan wel een vaststellingsovereenkomst aan een deskundige voor te leggen vóór de ondertekening hiervan. De te maken afspraken luisteren namelijk nauw. Zo is het voor een werknemer bijvoorbeeld van belang om de opzegtermijn in acht te nemen in de vaststellingsovereenkomst, daar een werknemer anders zijn WW-rechten kan verspelen.
De wettelijke bedenktermijn in een vaststellingsovereenkomst
Wat veel werknemers niet weten is dat er na het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst een beroep kan worden gedaan op de bedenktermijn. Werknemers hebben recht op een wettelijke bedenktijd waarin het reeds gegeven akkoord zonder enige reden mag worden ingetrokken. De achterliggende gedachte van deze bedenktijd is het waarborgen van de zwaarwegende consequenties voor werknemers bij de beëindiging van het dienstverband. Werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om de consequenties die voortvloeien uit de beëindiging te overzien en daarvoor juridisch advies in te winnen. Middels een schriftelijke verklaring aan de werkgever kan de werknemer zich tot 14 dagen na de overeenstemming beroepen op de wettelijke bedenktermijn.
Krachtens het derde lid van artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek dienen werknemers door middel van een bepaling over de wettelijke bedenktermijn in de vaststellingsovereenkomst door de werkgever te worden gewezen op de mogelijkheid tot herroeping. Indien een dergelijke bepaling ontbreekt in de vaststellingsovereenkomst wordt de wettelijke bedenktermijn van 14 dagen met een week verlengd. Werknemers hebben dan 21 dagen na de overeenstemming de mogelijkheid het eerdere besluit te wijzigen.
Een paar uitzonderingen zijn van belang
Het recht tot herroeping bij een vaststellingsovereenkomst kan slechts een keer in de zes maanden worden ingeroepen. Voor werknemers die reeds eerder gebruik hebben gemaakt van de wettelijke bedenktijd is het verder niet toegestaan om binnen zes maanden opnieuw een dergelijk beroep te doen op de bedenktermijn.
Onze advocaten arbeidsrecht behartigen veelvuldig de belangen van werkgevers en werknemers bij het onderhandelen over en het beoordelen van de voorwaarden van een vaststellingsovereenkomst. Heeft u vragen over een vaststellingsovereenkomst, schroom dan niet om vrijblijvend contact op te nemen met onze advocaten via info@sijbenpartners.nl dan wel via +31 45-560 22 00.